De koelkastdeur sloeg dicht. Fuck, dan was ze beneden en kwam ze hierheen. Net toen ze zich om wou draaien om weg te glippen sprong Frosch op haar rug. Dat kon ze erbij gebruiken. "EHEHEHEH." Klonk er een hyena-achtige lach terwijl ze voelde hoe ze haar hoorns vastpakte. "Blijf van mijn fucking hoorns af! Je weet dat ik daar niet tegen kan." Een natte tong lebberde over haar voorhoofd heen. Ja, als iemand wist wat ze het meeste haatte dan was het Frosch. En als zij iemand meer haatte dan Frosch.. nee, dat kon niet eens. "Nya?" Ze voelde een hoofd op de hare rusten. "Je kunt ook echt niks he?" Was ze nu aan het doelen op het trap-incidentje? Ugh.
"Hou je er fucking buiten jij. Ik keek gewoon niet uit. Slaapogen weet je wel?" Wacht? Hoe kon de trol zich erbuiten houden als ze in het zelfde huis woonde? Leefden? Dezelfde lucht ademde. Yugh, zelfde lucht? Wat waren deze zieke gedachtes? Ze begon zich onder Frosch los te wurmelen. Lukte niet. "Hmmn, je vind het niet leuk als ik tegen spartel hé?" Zei ze op plagerige toon. Hier leefde ze voor, Frosch het leven zuur maken. En ook echt goed zuur. Alsof je opgesloten zat in een pot augurken. En dan kon je alleen je eigen lucht ademen. Ehehehe, foute gedachtes, vieze gedachtes.